Geluk zit soms in een klein hoekje. Kevin slaat zijn handen voor zijn gezicht en wil wel door de grond zakken. Dit kan toch niet waar zijn. Het is de zoveelste keer dat die rotauto niet start. Hij is al een half uur te laat vertrokken en nu komt hij sowieso te laat. Wat zal de baas weer gelukkig zijn. Hij hoort het al in Keulen donderen. Hij had beter iets vroeger opgestaan. Dan zou dit weer niet gebeurd zijn. De Wet van Murphy staat weer aan zijn kant. Niet dus. Alles wat mis kan gaan gaat mis. Dan maar weer bij de buren aanbellen en hopen dat hij de startkabels nog een keer mag gebruiken.
Sabrina opent de deur. Zou de dag dan toch nog goed worden? Het is zijn jeugdliefde, de typische ‘girl next door’ maar het is zijn vlam al van kindsaf aan. Nooit verwacht dat ze nog thuis zou zijn. Misschien moet hij die oude rammelkar toch nog bedanken. Een glimlach verspreid zich over zijn gezicht. Het lijkt wel of hij zweeft. Dit is echte liefde. Dit is de vrouw van zijn dromen. Goh, voor die vrouw zou hij zijn leven geven. Laat me dan maar heel mijn leven te voet gaan, denkt hij bij zichzelf. Met zo’n vrouw aan zijn zij ging hij zelfs niet meer werken. Als hij terug bij positieven komt ziet hij eindelijk de tranen die over haar wangen stromen. Duizend en één gedachten schieten door zijn hoofd maar eentje blijft hoopvol hangen. Als er een God bestaat, please, laat het dan tranen zijn van vreugde om mij te zien…