Er zitten kwallen in het paradijs…

Als je de website van Passie voor Schrijven de laatste weken gevolgd heb, dan kon je mijn ´avonturen´ in Mallorca lezen. Mocht je nu pas beginnen lezen, een korte inleiding…

Na een turbulent 2013-2014 vertrok ik begin juni een weekje naar Mallorca. Ik vond altijd wel een reden waarom het even niet uit kwam maar als de emmer overloopt… Dan is het vijf óver twaalf.

Op reis gaan? Niets speciaals zou je zeggen?! Klopt… maar ik ging alleen. En dat kon best wel eens misgaan. Maar het werd één van mijn allerbeste vakanties. Wat heb ik op dat weekje veel over mezelf (en mijn omgeving) geleerd….

Mocht je de eerste delen gemist hebben dan kan je die nu lezen.

Lees hier DEEL 1

Lees hier DEEL 2

Lees hier DEEL 3

Lees hier DEEL 4

Lees hier DEEL 5

Dit is het zesde deel. Veel leesplezier!

Ik hoor graag wat je ervan vindt in het reactieveld onderaan.

x Ine

——————————–

DINSDAG

Hebben we onze les geleerd? En gaan we het vandaag wat impulsiever aanpakken? Ik trek de deur van mijn beste vriend aka Seat Ibiza met een klap dicht en bekijk het lijstje van de tweede dag.

De markten in Arta en Alcudia met als doel…. Unicums vinden. Typische Mallorcaanse hebbedingen om mee uit te pakken als ik terug in La Belgique ben. Daarna de haven van Alcudia om vervolgens op weg te gaan, dwars door de bergen, naar het uiterste punt van het eiland, Cap de Fermentor. De Sa Calobra kloof in het Noorden staat onderaan het lijstje en de lederstad Inca wil ik ook graag zien. Willen, willen, willen… Ja, je kan veel willen!

De moed zakt me in de schoenen en ik scheur het papier met een ruk kapot. Het zal niet waar zijn vandaag, Ine… We gaan op weg en zien wel waar we uitkomen. Geen lijstjes vandaag. Op ´t gevoel vandaag.

Zo gezegd, zo gedaan. Als ik in Arta aankom – Ja, die markt wil ik echt wel doen! – vind ik binnen de twee minuten een parkeerplaats. De eerste tien minuten kijk ik een beetje angstig om me heen want het zal mij maar weer gebeuren. Verkeerd geparkeerd staan en weggesleept worden door de Spaanse politie. Maar ik laat de gedachte gaan als ik een eerste juwelen kraampje passeer. In Arta vind ik het ene na het andere juweel en als ik mijn laatste euro uitgeef, besef ik dat het tijd is om te gaan.

Bovendien hoef ik de markt van Alcudia nu niet meer te bezoeken. Zonder geld kom je ook niet ver, toch? En ik besluit om gelijk door te trekken naar de haven van Alcudia. Als ik mijn auto een tweede keer parkeer kuier ik wat rond in de haven. Na vijftien minuten lijk ik alles gezien te hebben. Tot een stemmetje me toefluistert dat er meer moet zijn. Hop, op zoek naar het strand dan. Wie zoekt, die vindt! Na honderd meter in de andere richting te hebben gelopen, tal van prachtige jachten te zijn gepasseerd en me afvragend wie er zoveel geld heeft, bereik ik het paradijs. Poederzacht wit zand stroomt langs mijn voeten en ik besluit om een dutje te doen en te zwemmen in het heldere, appelblauw zeegroene water. Als ik uitgerust wakker word, valt mijn oog op mijn buurman die een artikel leest over… jawel, Cap de Fermentor. Als dat geen teken is, weet ik het ook niet meer.

Ik raap mijn spullen bij elkaar en op een drafje loop ik naar de auto. Die zestien kilometer door de bergen zie ik wel zitten. Maar wat ik niet zo leuk vind is de rij van veel te trage zondagsrijders voor me. Het zijn toeristen die tegen dertig kilometer per uur de berg opklimmen om dan met zijn allen foto´s te gaan trekken, op het allerlaatste moment alles dicht te gooien en doodleuk uit te stappen om van dichtbij een selfie te maken. En daar heb ik dus geen zin in. Ik wil liever niet stoppen waar iedereen stopt.

Ik manoeuvreer mijn autootje vinnig rond de zoveelste wandelaar en in een snelvaart bereik ik de top. Het is er bijna leeg. In de eenzame bar bestel ik een cola en een muffin en ik zet me op het uiteinde van de klif. Een duizelingwekkende diepte staart me aan. Ik schat dat de zee gemakkelijk een kilometer van me verwijderd is…

Het helderblauwe water doet me wegdromen. Als een speedboot een witte lijn in het water trekt vraag ik me af wat ik nog meer zou wensen. Uit mijn gsm puilt een visitekaartje van Sales & Dreams. Mijn nieuwe avontuur. Eindelijk mijn eigen zaak. En zonder nadenken weet ik wat ik zou wensen… Ik neem het kaartje en gooi het impulsief overboord. Maar in plaats van het water op te zoeken blijft het na amper twee meter op een uithangende rots liggen. Omdat ik het lot een handje wil helpen ga ik op zoek naar een stok. Maar als ik die er naartoe werp vindt ze er niet beter op dan er doodleuk naast te gaan liggen. Ik geef het op en besluit dat de wind binnenkort zijn werk wel zal doen. Iets forceren is nooit goed dus ik vaar maar gewoon mee met de stroom…

En zo gaat het opnieuw zestien kilometer. De honderden bochten komen me bekend voor, adembenemende uitzichten en de aller mooiste vergezichten. En dan ineens uit het niets een stem die me vraagt om aan de kant te gaan staan. Als ik uitstap, zie ik een klein en afgelegen paradijs. Een zeilboot, een catamaran en een speedboot dobberen in een mix van helderblauw en zeegroen golvend water. Onder me grijnst de afgrond me uitdagend toe. Maar ik laat me niet tegenhouden. Ik besluit de uitdaging aan te gaan. Als je iets mooi vindt, moet je er naartoe gaan. Afwachten is voor watjes…

Na vijfentwintig minuten bereik ik het kiezelstrand. Ik ben avonturier nummer zestien. Dit is het paradijs. Hier zou ik voor altijd willen blijven. Zwemmen in het lauwe water,… Maar net als ik in het water wil springen, schreeuwt iemand me in paniek toe.

Oppassen, kwallen! En ze zijn giftig!”

Ik kijk hem verontwaardigd aan.

Of hij een grapje maakt?”

Maar al gauw zie ik dat hij gelijk heeft. Bordeauxrode kwallen zwemmen door elkaar heen. Ze lijken al het plezier van de wereld te hebben.

Mmm, niets is dus wat het lijkt. Van ver lijkt het een paradijs. En zelfs van dichtbij kan het een paradijs lijken maar als je echt heel goed kijkt kom je tot de conclusie dat het bij kijken zal blijven. En als je wilt zwemmen, dan is dat op eigen risico. Ik besluit er aan toe te geven en leg me op een steenharde rots.

“In het paradijs zijn ze het parelwitte zandstrand duidelijk vergeten”, denk ik bij mezelf.

Ik blijf liggen tot mijn rug me smeekt om naar huis te gaan. Met volle moed begin ik aan de beklimming van de Mount Paradise. We zijn impulsief geweest vandaag, hebben levenslessen geleerd maar nu is het tijd voor een tussenstop in het eerstvolgende dorpje.

Een bordje Port de Pollenca trekt mijn aandacht. Na tien minuten lacht een Strawberry Mojito me toe. Zonder het goed en wel te beseffen zit ik ineens in een bar met strand en privé- terras. Mijn tafeltje staat op tien centimeter van het water. Waterdruppels bereiken de tafelpoten en bereiken af en toe mijn grote teen. Ik sluit mijn ogen en besef dat je het paradijs soms niet moet zoeken. Maar dat het jou ineens vindt. Plots staat het voor je neus. Zonder te waarschuwen, open je je ogen en val je stijl achterover van wat je daar te zien krijgt…

Les nummer zes: Niets is wat het lijkt. Je kan dromen van een paradijs maar soms is het beter om te blijven dromen. Als je het paradijs bereikt kan je tot de conclusie komen dat je beter was blijven dromen…

 

… WORDT VERVOLGD…

—————————

Naar waar ben jij deze zomer op vakantie geweest? Ik hoor het graag in het reactieveld onderaan.

Ken je mensen in je omgeving die baat kunnen hebben bij dit verhaal?
Deel het met al je:

  • Facebook-vrienden
  • Twitter-volgers
  • LinkedIn connecties
  • en bloglezers…

Inspirerende groet, Ine Van Hofstraeten

PS: Hou Passie voor Schrijven zeker in de gaten voor de rest van het verhaal…. 🙂

 

Volg ons op Twitter: @PassieSchrijven volgen

“Vind ons leuk op Facebook” door op deze link te