Na een veel te turbulent jaar vertrok ik begin juni een weekje naar Mallorca. Niets speciaals zou je zeggen?! Klopt… maar ik ging alleen. En dat kon best wel eens misgaan. Maar het werd één van mijn allerbeste vakanties. Wat heb ik op dat weekje veel over mezelf (en mijn omgeving) geleerd….
Mocht je de eerste delen gemist hebben dan kan je die nu lezen.
Dit is het vierde deel. Veel leesplezier!
Ik hoor graag wat je ervan vindt in het reactieveld onderaan.
x Ine
——————————–
DAG 4 – ZONDAG
Mijn wekker begint oorverdovend te loeien. Het is 7u en eigenlijk veel te vroeg om op te staan. Zeker als je op vakantie bent maar ik heb het er voor over. De bevallige Jetair hostess van gisteren heeft me beloofd dat ik om stipt 8u aan mijn driedaagse ontdekkingstrip kan beginnen.
Na een vluchtig en veel te gestresseerd ontbijt sta ik vijf minuten te vroeg aan de receptie van het hotel. Om 8.15u is er nog altijd geen auto te bespeuren. Maar het is vakantie en ik laat de pret niet bederven. We zitten in Spanje en daar gaat alles wat trager.
Maar als er om 8.30u nog altijd geen teken van leven is begin ik toch wat zenuwachtig te worden. Ik bel de noodlijn van de reisorganisatie waar je alleen in noodgevallen contact mee mag opnemen, zo staat er in vetgedrukte letters geschreven. Maar ik ben een noodgeval. Toch?
De probleemoplosser aan de andere kant van de lijn luistert in alle rust naar mijn verhaal. Ze belooft me binnen vijf minuten terug te bellen met een duidelijk antwoord. Ik voel de bui al hangen. Als ik na een half uur nog altijd geen feedback heb gekregen bel ik haar buiten zinnen op. Het hek is van de dam. Terwijl ik woedend en gefrustreerd mijn beklag doe vertelt ze me doodleuk dat er geen auto gereserveerd werd. En dat ze er nu toch niets meer aan kan doen. Maar dat ze er morgen wel eentje kan boeken als ik wil. Dus vraagt ze: “ Mevrouw, wat zal het zijn?”
Ik kan mijn oren niet geloven en weet met mezelf geen blijf. Ik scheld haar de huid vol. Hoe ze daar zo rustig onder kan blijven. “Als ik te klagen heb moet ik om 15.30u maar naar de hostess gaan”, vertelt ze me poeslief. Heel mijn planning loopt in de soep. Mijn citytrip Palma valt in duigen. Wat gisteren nog zo goed geregeld was, is nu niets meer waard. Ik heb niets maar dan ook niets onder controle.
Ik gooi de hoorn neer en laat me gefrustreerd op de bank voor het hotel vallen. Ik ben bluspoeder maar heb niemand om me op af te reageren. Dat heb je, als je alleen op vakantie bent… Na een half uur besef ik dat dit geen zin heeft. Als je alleen bent kan je niemand de schuld geven. Het is me, myself and I. Je kan alleen jezelf de schuld geven. Kwaad blijven lost niets op. Het bizarre is dat de spanning na een half uur gewoon uit mijn lichaam verdwijnt. Ik heb het gevoeld en tot in elke vezel ervaren en nu is het klaar.
Ik blijf nog even op de bank zitten en merk dat ik dit eerder heb meegemaakt. Alleen zat er altijd iemand naast me, mama of papa, mijn vriendin of een ander gewillig slachtoffer. Als er in het verleden iets gebeurde, kreeg die ander altijd de wind van voren. Het was de persoon die vlak naast me stond. En het was niet eens haar schuld… Wat een moeite moet dat gekost hebben om bij me te blijven. Onuitstaanbaar was ik dan…
Als de storm is gaan liggen huur ik een fiets en vertrek opnieuw naar Cala Ratjada. Het doet me goed. Als ik de berg af scheur voel ik dat het laatste beetje spanning en frustratie wegvliegt. Na twintig minuten lig ik op het strand van de zon te genieten. Als ik me omdraai kijk ik in de meest helderblauwe ogen die ik ooit heb gezien. Voor me ligt een bloedmooie vrouw. Ze maakt oogcontact en schenkt me een verleidelijke glimlach. De man naast haar ziet het gebeuren en als een leeuw die bang is om zijn prooi te verliezen stort hij zich met zijn praatjes op haar. Voor vandaag laat ik het gaan. Ik open mijn boek – Levenslessen – Over het leven voor de dood van David Kessler en Elisabeth Kübler Ross en open het boek op pagina 141. Mijn mond valt open van verbazing als de woorden wazig naar me toe komen: “Hoofdstuk 9: De les van boosheid”. Dit kan geen toeval zijn.
Ik lees over het verband tussen boos zijn en bang zijn. Ik merk dat ik vaak boos ben en dat het me kracht geeft. Dat het me sterk doet voelen. Maar dat er onder de boosheid, de angst sluimert. De onzekerheid ook. De boosheid lijkt me te beschermen zodat ik mijn angst en onzekerheid niet hoef te voelen. Als ik met een staalhard gezicht door een menigte loop voel ik me beschermd. Want eigenlijk ben ik gewoon bang voor wat een ander van me denkt. Ik besef dat de boosheid de angst niet verdrijft. Het enige dat ze doet is verstoppertje spelen. Maar ik schiet er niets mee op. In tegendeel zelfs, ik maak het leven verdomd lastig.
Om 15.30u sta ik, al een pak rustiger, aan de receptie van het hotel. Ik voel dat de hostess gewaarschuwd is. Bedeesd luistert ze naar mijn verhaal. Het ticket Palma wordt op een nieuwe dag geboekt en de auto wordt deze keer wel gereserveerd. Spijtig genoeg probeert ze me op het einde van het gesprek nog enkele trips aan te smeren. Ik hou me rustig maar een venijnig stemmetje borrelt vanuit mijn binnenste naar boven en schreeuwt eerst zacht maar dan oorverdovend en schel: “Niet goed, juffrouw! NIET GOED!!!!!”
Les nummer vier: Boosheid heeft meestal te maken met angst. Ik ben boos omdat je iets verkeerds zei! Eigenlijk zeg je: Ik ben bang dat je niet meer van me houdt…
….. WORDT VERVOLGD ….
—————————
Waar ben jij bang voor? Ik hoor het graag in het reactieveld onderaan.
Ken je mensen in je omgeving die baat kunnen hebben bij dit verhaal?
Deel het met al je:
- Facebook-vrienden
- Twitter-volgers
- LinkedIn connecties
- en bloglezers…
Inspirerende groet, Ine Van Hofstraeten
PS: Hou Passie voor Schrijven zeker in de gaten voor de rest van het verhaal…. 🙂
Volg ons op Twitter: @PassieSchrijven volgen